Zwerfkeien Keiharde Stilte
Julianapark
Zwerfkeien: Keiharde Stilte – Adri Verhoeven
Keiharde Stilte was een tijdelijke beeldenroute, georganiseerd door museum van Bommel van Dam, door Venlo, van mei 2009 tot maart 2010. Op uiteenlopende plaatsen in het Venlose centrum kwam je in die periode ruwe, onbewerkte keien en ronde, glad gepolijste exemplaren tegen. In totaal toonde de De beeldenroute liefst veertien steenformaties die allemaal in directe verbinding stonden met de verschillende locaties. De identiteit van de stenen bleef in stilte gehuld, fysieke sporen van beeldhouwer Verhoeven waren nauwelijks zichtbaar, de vorm eenvoudig. Steen, zo luidde destijds de omschrijving, staat voor duurzaamheid, hechtheid en grondvesting en is in veel culturen het symbool voor menselijke en goddelijke macht.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat de beeldenroute in maart 2010 in zijn geheel uit Venlo zou verdwijnen. De vele positieve reacties op de route deed de gemeente besluiten om een van steenformaties aan te kopen. De keuze werd aan de Venlose bevolking gelaten en het aangekochte werk zou op de oorspronkelijke plaats blijven liggen. Dat werd dus de formatie in het Julianapark.
De kunstenaar: Adri Verhoeven
Hoewel hij aanvankelijk schilder wilde worden, besloot Adrianus Cornelis (Adri) Verhoeven (Berkel-Enschot, 1952) vanwege zijn fascinatie voor steen er uiteindelijk toch voor te kiezen om als beeldhouwer aan het werk te gaan. Hij volgde een opleiding aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in ‘s-Hertogenbosch (1969-1975) en opende kort erna, in 1976, eigen atelier.
Verhoeven maakt sculpturen met verschillende steensoorten, waarbij hij het contrast opzoekt door niet of nauwelijks bewerkte stenen te combineren met stenen die hij ruw heeft gehakt of juist door polijstwerk laat glanzen. Tijdelijke beeldenroutes zoals in Venlo maakte hij eveneens voor diverse andere Nederlandse plaatsen.
Het Julianapark
Een groepje mannen dat petanque speelt, spelende jeugd, mensen luierend in de schaduw van een boom of die zittend op een bank een boek lezen. Zodra het een beetje goed weer wordt is het Julianapark een plek van samenkomst. Bijvoorbeeld ook tijdens de festivals die er in de zomermaanden plaats vinden, zoals het culinaire event Lekker Venlo, dance event Stereo Sunday en het inmiddels vermaarde Zomerparkfeest.
Wat nu het Julianapark heet grenst aan de Keulsepoort, de plek waar ooit een van de vier stadspoorten in de Venlose vestingwerken ston. Net buiten die Keulsepoort lag tot in de negentiende een locatie die de Elyseese Velden werd genoemd. Vervolgens kwam er, vanaf 1875, het rangeerterrein van de Köln-Mindener Bahn een internationale spoorwegverbinding tussen Hamburg en Parijs met een stop in Venlo. De weg ten westen van het park heette in die periode daarom Hamburgersingel. Na de oorlog veranderde dat in Deken van Oppensingel, naar deken Jules van Oppen, die in de oorlog als verzetsstrijder in Kamp Vught overleed.
Door Venlonaren werd en wordt de weg overigens ook Ponywaeg genoemd. Daar zouden twee verklaring voor zijn. In het verlengde van de weg lag vroeger de Pope fabriek. De jongedames die daar werkten lieten als eersten in Venlo hun haren in Pony-model knippen. De tweede verklaring is dat de huzaren – tussen 1816 en 1913 in Venlo gelegerd – op de Hamburgersingel hun paarden uitlieten.
In het Julianapark opende in 1971 museum van Bommel van Dam haar deuren, tegenwoordig even verderop gevestigd in het voormalige postkantoor aan de Keulsepoort. Sinds 2000 maakt ook het Limburgs Museum onderdeel van het park uit. Na het vertrek van van Bommel van Dam vestigde zich Foodhall MOUT in het ingrijpend verbouwde museumgebouw.
In het Julianapark staan diverse kunstwerken en ook enkele onderdelen van de voormalige vestingmuren, waarvan een deel ook ondergronds behouden is.
Venlo kent sinds 1977 het Zomerparkfeest dat, na twee succesvolle edities in de Heutzstraat, in 1979 verhuisde naar het Julianapark (foto). Het toen nog redelijk kleinschalig festival is in de loop der jaren uitgegroeid tot een vierdaags cultureel festijn waar tienduizenden bezoekers op af komen. (Foto: Gemeentearchief Venlo)