De Muse
Julianapark
De Muze – Han van Wetering
De Muze van Han van Wetering werd in 1992 geplaatst bij wat toen nog museum van Bommel van Dam was. In tegenstelling tot De Knoop van Tajiri verhuisde De Muze niet mee toen het museum een nieuw onderdak kreeg in het verderop gelegen voormalig postkantoorgebouw.
Muzen zijn Griekse godinnen – in totaal waren er 9 – van de kunsten en de wetenschap. Het zijn mythologische wezens die over het algemeen als bijzonder vrouwelijk en lieflijk worden afgebeeld. Van Wetering heeft, passend bij zijn stijl, voor een geheel andere afbeeldingsvorm gekozen.
De kunstenaar: Han van Wetering
Johannes (Han) van Wetering werd in 1948 geboren in Maastricht waar hij nog altijd actief is. Hij volgde in die stad een opleiding aan de Stadsacademie en de Jan van Eyckacademie. Hij heeft talrijke exposities in vooral Nederland op zijn naam staan. Sinds 2020 maakt een van zijn sculpturen – Sint Servaas beschut door Adelaar uit 1981 dat te vinden is in Maastricht – deel uit van de lijst van 100 Sleutelwerken in de openbare ruimte in Nederland uit de periode van 1945 tot heden. Die lijst geeft een overzicht van de diversiteit aan kunst in de openbare ruimte in ons land. Aanleiding voor het samenstellen van deze lijst was het 40-jarig bestaan van het vakblad BK Informatie.
Van Wetering wordt gezien als een onverstoorbare dwarsligger die surrealistische werken maakt waarin de spot nooit ver weg is.
Het Julianapark
Een groepje mannen dat petanque speelt, spelende jeugd, mensen luierend in de schaduw van een boom of die zittend op een bank een boek lezen. Zodra het een beetje goed weer wordt is het Julianapark een plek van samenkomst. Bijvoorbeeld ook tijdens de festivals die er in de zomermaanden plaats vinden, zoals het culinaire event Lekker Venlo, dance event Stereo Sunday en het inmiddels vermaarde Zomerparkfeest.
Wat nu het Julianapark heet grenst aan de Keulsepoort, de plek waar ooit een van de vier stadspoorten in de Venlose vestingwerken stond. Net buiten die Keulsepoort lag tot in de negentiende een locatie die de Elyseese Velden werd genoemd. Vervolgens kwam er, vanaf 1875, het rangeerterrein van de Köln-Mindener Bahn, een internationale spoorwegverbinding tussen Hamburg en Parijs met een stop in Venlo. De weg ten westen van het park heette in die periode daarom Hamburgersingel. Na de oorlog veranderde dat in Deken van Oppensingel, naar deken Jules van Oppen, die in de oorlog als verzetsstrijder in Kamp Vught overleed.
Door Venlonaren werd en wordt de weg overigens ook Ponywaeg genoemd. Daar zouden twee verklaring voor zijn. In het verlengde van de weg lag vroeger de Pope fabriek. De jongedames die daar werkten lieten als eersten in Venlo hun haren in Pony-model knippen. De tweede verklaring is dat de huzaren – tussen 1816 en 1913 in Venlo gelegerd – op de Hamburgersingel hun paarden uitlieten.
In het Julianapark opende in 1971 museum van Bommel van Dam haar deuren, tegenwoordig even verderop gevestigd in het voormalige postkantoor aan de Keulsepoort. Sinds 2000 maakt ook het Limburgs Museum onderdeel van het park uit. Na het vertrek van van Bommel van Dam vestigde zich Foodhall MOUT in het ingrijpend verbouwde museumgebouw.
In het Julianapark staan diverse kunstwerken en ook enkele onderdelen van de voormalige vestingmuren, waarvan een deel ook ondergronds behouden is.
De Muze bevindt zich aan het westelijk deel van het Julianapark, aan de Deken van Oppensingel, voor de oorlog Hamburgersingel. Deken Jules van Oppen was een verzetsstrijder die tijdens de oorlog in Kamp Vught overleed. Aan deze straat ligt in de schaduw van het Limburgs Museum de voormalige burgemeesterswoning (hier in 1960) die later onder meer dienst deed als verslaafdenopvang en kunstdepot. (Foto: Gemeentearchief Venlo)