Baer De Woers
Beeldenstraat Jodenstraat
Baer de Woers (Lambert Francken) – Hay Mansvelders
Baer de Woers is de Venlose bijnaam van Lambert Francken (1843-1916). De herkomst van die bijnaam is niet geheel duidelijk. De voornaam wel: Lambert is in het Venloos Lambaer. Woers komt wellicht van worst, waar Francken naar het schijnt verzot op was. Hij had er de nodige aan touwen in zijn woning hangen, om zo te voorkomen dat de ratten er aan zouden knabbelen.
In zijn jeugd woonde hij aan de Kolenstraat 55, later aan Hetje 5. Hetje was tevens de naam van de volksbuurt die achter de Jodenstraat begon en in zuidelijke richting rondom het havengebied lag.
Francken was arbeider bij de gemeentewerken en beheerder van de gemeentelijke puinplaats. In die hoedanigheid ging hij eenvoudig gekleed in werkkleding. Zo af en toe droomde hij van een beter leven en stak hij zich in chique kleding: hoge zwarte schoenen, witte broek, wit hemd, stropdas, vest met horlogeketting, lange zwarte jas met pochet en strooien hoed. Om dat alles wat extra cachet te geven, gooide hij er enkele Franse kreten tegenaan zoals ‘Luuk, Anvers-Paris’ en ‘La Belgique a bonheur, nondeju!’. Zeker als hem een ‘faroo’ ofwel borrel werd aangeboden. Van Francken bekend dat hij die borrels graag lustte; zo nu en dan werd hij opgenomen in een inrichting voor drankzuchtigen in Lommel.
De kunstenaar: Hay Mansvelders
Hay Mansvelders (Venlo, 1935) is als beeldend kunstenaar autodidact. Op jonge leeftijd ging hij werken bij Beeldenfabriek St. Joseph, maker van religieuze beelden. Hier bekwaamde hij zich in het metier en ontwikkelde een uitgebreide kennis over de klassieke beeldtaal en de bijbehorende symboliek. Daarnaast volgde hij enkele jaren privélessen bij Limburgse kunstenaars als Sef Moonen en René Wong.
In de jaren zestig was Mansvelders medeoprichter van de Venlose Vrije Academie, een centrum voor kunstzinnige vorming; als (staf)docent richtte hij zich vooral op de artistieke ontwikkeling van jongeren. Het was zijn belangrijkste drive om juist deze groep de mooie kant van culturele zelfexpressie te laten zien.
‘Cultuur kan mensen veranderen’, zo zag hij het. Wat Mansvelders toen vond, vindt hij nog steeds: kunst moet voor iedereen beschikbaar zijn, niemand uitgezonderd. Het was immers zijn eigen ervaring dat creatieve expressie leidt tot het opbouwen van zelfvertrouwen.
In de jaren tachtig werd Mansvelders directeur van Vrije Academie Noord-Limburg. Toen hij verstrikt raakte in een kantoor- en vergaderstructuur en steeds minder toe kwam aan zijn eigen werk, vestigde zich als ‘beeldend vormgever’, een naam die hij zelf had bedacht en sindsdien is blijven voeren. Hij zag zichzelf niet als kunstenaar, ‘uit respect voor de echte’, zo stelde hij met regelmaat.
Nog steeds staan in zijn geboortestad Venlo diverse beelden van hem in de openbare ruimte, zoals Valuas en Guntrud, de stichters van Venlo, bij het Limburgs Museum en de Jocushaan bij het stadhuis. De basis voor Hays kunstenaarschap is en blijft zijn fascinatie voor alles wat groeit en bloeit; dieren, planten, mensen. Hij ontwikkelde een eigen beeldtaal, herkenbaar aan de afgewogen lijn tussen figuratie en abstractie.
De Jodenstraat
De Jodenstraat ligt in een van de oudste delen van de Venlose binnenstad. Er zijn sporen uit de tijd van de Romeinen gevonden die teruggaan tot de eerste eeuw na Christus. Volgens de legende over de oorsprong van Venlo stichtte Valuas of Flujas, hoofdman van de Bructeren, in of rond het jaar 96 in de buurt van de Jodenstraat en Oude Markt een burcht met de naam de Vrijburg. De naam van de straat verwijst naar de aanwezigheid van Joden, die al in de veertiende eeuw in Venlo waren gevestigd.
Op de hoek van de Jodenstraat en Heilige Geeststraat lag eeuwenlang een klooster. Van de oude bebouwing is echter niet veel meer over – het gebied werd tijdens de bombardementen eind 1944, bedoeld om de Venlose stadsbrug te vernietigen en zo de Duitsers tegen te houden, vrijwel geheel verwoest. Alleen het Romerhuis uit 1490 bleef behouden. Het betreft een in laat-gotisch stijl gebouwd patriciërshuis. Achter het Romerhuis en huidige Jodenstraat en in zuidelijke richting rondom het havengebied lag volksbuurt ‘t Hetje. Dat zou tegenwoordig een probleemwijk worden genoemd, met onder prostitutie en veel drankmisbruik. Veel bewoners van ’t Hetje werkten in de haven. De wijk bestond grotendeels uit krotwoningen en werd vlak voor de Tweede Wereldoorlog dan ook gesaneerd. De luchtaanvallen eind 1944 deden de rest.
Aan de Jodenstraat ligt ook een van de meest bekende winkels van Venlo, Versierhoes van der Veer.
Lambert Francken – Baer de Woers (Foto: gemeentearchief Venlo)